Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En gij zult dat erven, [43]de een zowel als de ander; [over] hetwelk Ik Mijn [44]hand heb opgeheven, dat Ik het uw vaderen zou geven; en ditzelve land zal ulieden in erfenis [45]vallen. 43. Hebreeuws, de man gelijk zijn broeder; dat is, de een zal zowel, of zoveel erven als de ander, want er zal ruimte genoeg in het hemelse Kanaan, of het huis van onzen hemelsen Vader, voor alle gelovigen door Christus bereid zijn, Joh.14:2, zie wijders in hfdst.48:. 44. Dat is, gezworen; zie Gen.14:22. 45. Te weten door het lot, dat is, gij zult het bij loting delen; alzo boven hfdst.45 vs.1, onder vs.22, tot een teken dat het een genadegeschenk Gods en een kinderlijk erf was; doch zie boven hfdst.45 vs.1. Indien men houdt dat het zoveel is, alsof het woord lot in den tekst ware uitgedrukt, zo kan men de loting duiden op het bijzondere deel van elkeen, want de gemene landpalen der stammen worden in hfdst.48: van God uitgedrukt.